over franklin

Franklin Hochstenbach (Maastricht, 1961) was lang een creatieve techneut. Na zijn opleiding tot ingenieur ontwikkelde hij onder meer recycling-apparatuur, koeling van micro-elektronica, meetapparatuur voor maritiem onderzoek en knie- en heupprotheses. Ook ontwierp hij fietsen en maakte die op maat voor wereldreizigers.
De rode draad? ‘Op een creatieve manier nieuwe oplossingen vinden’, zegt hij. Daarmee was hij ook vaak een vreemde eend in de bijt.

In 2001 begon Franklin aan een studie podotherapie, omdat hij meer met zijn handen en met mensen wilde gaan werken in plaats van met een computer. Om de kost te verdienen was hij een tijd meubelmaker. Sinds 2006 heeft hij een eigen podotherapeutische praktijk in Dodewaard.

Op 1 april 2017 kreeg hij een herseninfarct en raakte de linkerkant van zijn lijf verlamd. In zijn ziekenhuisbed uitte hij zijn zorg dat met het infarct misschien ook zijn creativiteit in de rechterkant van zijn brein was aangetast.
Een oude buurvrouw bracht een schetsblokje voor hem mee en potloden. Sindsdien tekent Franklin dagelijks. Met het herstel van zijn lichaam vulde hij een koffer vol tekeningen en schetsen.
De rusteloze nieuwsgierigheid die hem als techneut kenmerkte richtte zich vol op de kunst, ofschoon hij het zelf liever niet zo noemt. ‘Kunst is snel zo pretentieus. Ik hou van een knipoog en van ontwikkeling. Soms levert dat mooie dingen op.’

Na een jaar Kunstacademie in 2019 besloot hij die eigen ontwikkeling te volgen, ‘zonder te weten of dat ook altijd progressie is’. Zo nam hij les in 17e eeuwse schildertechnieken bij kunstschilder en dorpsgenoot Paul van Ernich. ‘Maar ik was er veel te ongeduldig voor.’
De eerste corona-lockdown in het voorjaar van 2020 vertraagde echter zijn werkwijze. ‘Ik vond olieverf rotspul’, zegt hij. ‘Maar nu ik soms een hele dag aan een werk besteed in plaats van tien minuten, heb ik er lol in gekregen. Zo komt er meer realisme in het stripachtige dat al was ontstaan. En wie weet wat er nog meer komt.’

Franklin Hochstenbach speelt en leert elke dag. ‘Ik ga steeds beter kijken’, zegt hij. ‘Schilderen is niet moeilijk. Kijken wel.’

over franklin

Franklin Hochstenbach (Maastricht, 1961) was lang een creatieve techneut. Na zijn opleiding tot ingenieur ontwikkelde hij onder meer recycling-apparatuur, koeling van micro-elektronica, meetapparatuur voor maritiem onderzoek en knie- en heupprotheses. Ook ontwierp hij fietsen en maakte die op maat voor wereldreizigers.
De rode draad? ‘Op een creatieve manier nieuwe oplossingen vinden’, zegt hij. Daarmee was hij ook vaak een vreemde eend in de bijt.

In 2001 begon Franklin aan een studie podotherapie, omdat hij meer met zijn handen en met mensen wilde gaan werken in plaats van met een computer. Om de kost te verdienen was hij een tijd meubelmaker. Sinds 2006 heeft hij een eigen podotherapeutische praktijk in Dodewaard.

Op 1 april 2017 kreeg hij een herseninfarct en raakte de linkerkant van zijn lijf verlamd. In zijn ziekenhuisbed uitte hij zijn zorg dat met het infarct misschien ook zijn creativiteit in de rechterkant van zijn brein was aangetast.
Een oude buurvrouw bracht een schetsblokje voor hem mee en potloden. Sindsdien tekent Franklin dagelijks. Met het herstel van zijn lichaam vulde hij een koffer vol tekeningen en schetsen.
De rusteloze nieuwsgierigheid die hem als techneut kenmerkte richtte zich vol op de kunst, ofschoon hij het zelf liever niet zo noemt. ‘Kunst is snel zo pretentieus. Ik hou van een knipoog en van ontwikkeling. Soms levert dat mooie dingen op.’

Na een jaar Kunstacademie in 2019 besloot hij die eigen ontwikkeling te volgen, ‘zonder te weten of dat ook altijd progressie is’. Zo nam hij les in 17e eeuwse schildertechnieken bij kunstschilder en dorpsgenoot Paul van Ernich. ‘Maar ik was er veel te ongeduldig voor.’
De eerste corona-lockdown in het voorjaar van 2020 vertraagde echter zijn werkwijze. ‘Ik vond olieverf rotspul’, zegt hij. ‘Maar nu ik soms een hele dag aan een werk besteed in plaats van tien minuten, heb ik er lol in gekregen. Zo komt er meer realisme in het stripachtige dat al was ontstaan. En wie weet wat er nog meer komt.’

Franklin Hochstenbach speelt en leert elke dag. ‘Ik ga steeds beter kijken’, zegt hij. ‘Schilderen is niet moeilijk. Kijken wel.’